Delfts aardewerk

Delfts aardewerk behoort tot de belangrijkste Nederlandse producties uit de zeventiende- en de achttiende eeuw. Velen, particulieren en musea, in eigen land en daar buiten,  hebben in de laatste anderhalve eeuw verzamelingen daarvan aangelegd.

Het is bijna vanzelfsprekend, dat de belangrijkste collecties van dit nationale product zich in Nederland bevinden. In het Rijksmuseum, het Haags gemeente Museum en op tal van andere plaatsen in het land.

 

Bekijk de collectie

 

Omstreeks 1850 was er nog nauwelijks interesse voor Delfts, echter zorgde een spraakmakende tentoonstelling in 1863 in Delft voor een opkomende belangstelling voor het verleden. Het opende de ogen voor een nieuwe groep geïnteresseerden. Vanaf die tijd werd het Delftse aardewerk op serieuze wijze verzameld en bestudeerd.

Delftse Tabakspot

Herkomst: Delft

Datering: ca. 1740

Afmetingen: 20.5 x 12 x 12 cm.

Provenance: Van Heefte / Aronson 2003

Deze Delftse luiermand is afkomstig uit de 17e eeuw. Op de centrale voorstelling is een Oud Hollands binnenhuis met in het midden een gevlochten rieten wieg afgebeeld. De moeder heeft zojuist het kind verschoond, terwijl de vader een pijp opsteekt.

Een luiermand werd doorgaans gemaakt van gevlochten wilgentenen, riet of hout. Bij zeer welgestelde families kon men een zilveren luiermand, ook wel kleerben (ben=mand), aantreffen, die als statussymbool in de kraamkamer te pronk werd gezet. Hierin lagen dekostbaarste kledingstukken die bij de doop gebruikt werden.

De vorm van deze luiermand vertoont veel overeenkomsten met een houten mangelbak afkomstig uit dezelfde periode. De halve ronde gedraaide ornamenten op de rand zijn ontleend aan de uit het Brabantse Halle afkomstige rieten luiermanden. De monsterkoppen in de openstaande wand kunnen zowel geïnspireerd zijn door het houtsnijwerk als door het zilver uit de tweede helft van de zeventiende eeuw.

Tijdens de 17e eeuw was de Republiek der Verenigde Nederlanden, zoals Nederland toen officieel genoemd werd, te midden van alle monarchieën in Europa beslist een fenomeen. Niet alleen omdat het een staat zonder koning was, maar ook omdat Nederland in de tweede helft van de 17e eeuw een economische en politieke macht van betekenis was, een klein land maar een grote mogendheid met een voortdurende stijgende welvaart.

Mede dankzij deze verworven rijkdommen en de technische en economische voorsprong die Nederland had op de andere Europese staten, zou het gemiddelde inkomen per hoofd van de bevolking nog lang de hoogste van Europa blijven. Ook was het verschil tussen rijk en arm in Nederland een stuk kleiner dan elders. Hierdoor bestond er een zeer brede, welvarende middenklasse, die zich allerlei luxe kon permitteren, een uniek verschijnsel in Europa.