Delftse tulpenvazen

Delft, 1701-1720

Gemerkt: PAK, voor Pieter Adriaen Kocks, factory ‘De Grieksche A’

Een object special voor bloemen, dat in de periode van William en Mary ontstond in Delft, is de waaiervormige platte vaas. Dit model lijkt ontwikkeld te zijn door vier losse vaasjes samen te voegen, met daar bovenop een vijfde tuit in het midden. In ieder geval zijn er twee exemplaren geweest in de verzameling van Mary. Dit bewijst de vondst van scherven van ‘twee platte bloemflesjes’ uit het keldertje van Mary.

Bekijk de collectie

 

De vorm van deze vazen lijkt op de speciaal voor tulpen bestemde Turkse vaasjes, zogenaamde sükûfedans. De verdikte tuiten zijn ook terug te zien in de navette, een in het Franse Nevers ontwikkelde gondelvormige vaas met drie tuiten. Er was regelmatig contact tussen de Grieksche A, waar deze vazen gemaakts zijn en de tin-glazuur aardewerkateliers in Nevers. Het is goed mogelijk dat de modellen uit Nevers in de Grieksche A en andere Delftse plateelbakkerijen als inspiratiebron hebben gediend.

Een paar Delftse bloempotten

Herkomst: Delft, plateelbakkerij: De Grieksche A

Gemerkt: AK = Adriaen Kockx (geïnspireerd op een ontwerp van Daniel Marot)

Datering: Circa 1686-1701

De vorm van beide elegante bloempotten volgt nauwkeurig die van groot formaat tuinvazen, uitgevoerd in marmer, gietijzer of lood. Een origineel detail is de decoratie van klimop twijgjes op het sterk gedetailleerde vaaslichaam. De godrons, ook wel knerren genaamd, komen voor bij marmeren exemplaren maar staan ook model voor de nagevolgde exemplaren uitgevoerd in (edel)metaal. De palmetbanden in laagreliëf aan de boven- en onderrand in nuances van blauw uitgevoerd, komen veelvuldig voor bij Delfts aardewerk waarvan de vormen ontleend zijn aan een ontwerp van Daniël Marot.

Jhr. C.H.C.A. van Sypnsteyn meldt in zijn bekende werk Oud Nederlandsche TuinKunst onder het hoofdstuk ‘Bloempotten en plantenkuipen’ dat vanaf de late middeleeuwen men graag de tuin voorzag van fraaie en zeldzame planten die over het algemeen uit warmere streken afkomstig waren en die ons gure klimaat maar slecht konden verdragen. Om het overplanten in het voor- en najaar te voorkomen kwam men er al spoedig toe om de planten in potten te zetten. Deze tuinpotten waren soms uitgevoerd in blauw en wit geschilderd metaal of in een rood bakkende klei. De schrijver suggereert dat al vroeg, dit soort (metalen)bloempotten als voorbeeld hebben gediend voor de latere bloempotten van Delfts aardewerk.