Delfts aardewerk kraankan

circa 1710, gemerkt door Lambertus van Eenhoorn

Fullscreen

 

Herkomst:
Delft, plateelbakkerij 'De Metalen Pot'
Datering:
ca. 1710
Afmetingen:
Met deksel: 35 cm hoog, Diameter voet: 11,5 cm.
Meester:
Lambertus van Eenhoorn
Gemerkt:
LVE

Prijs op aanvraag

 

Een balustervormige kraankan met een ronde buik en smalle hals. De uitneembare metalen kraan moet worden bevestigd in het daarvoor bestemde maskeron in de buik.

De kraan kan werd niet alleen gebruikt om koffie uit te serveren, maar er werd ook koffie uit in gezet. Op de fijngemalen koffie werd kokend water geschonken, en vervolgens liet men het even staan om te bezinken.

Het kraantje is om deze reden net boven de bodem van de vaas bevestigd. Zo kon worden vermeden dat tijdens het tappen ook koffiedik mee in de kopjes geschonken zou worden. Het drinken van koffie kwam rond 1690 in de mode. Deze koffiekan is een van de vroegste in de oude literatuur gedocumenteerde exemplaren.

Deze kan maakte een lange tijd deel uit van de collectie van Dr. Jacob Meint Noothoven van Goor. Hij werd geboren in 1897 te Soerabaja en overleed te Arnhem in 1956. Hij was internist, een fijnzinnig kunstliefhebber, een verzamelaar van oude ceramiek en een gewaardeerde klant van onze firma. Zin naam komt al voor in de boeken tussen 1910 en 1920 toen de firma Stodel, nog Vecht & Co heette, en destijds was gevestigd in de Nieuwe Hoogstraat in Amsterdam. Hij heeft twee spraakmakende artikelen gepubliceerd: ‘Nieuwe gegevens over het oud-hollandsch porselein’ (Oud Holland, nr. 60, 1943) en ‘De Arnhemse aardewerkfabriek, 1759-1773’ (Oud Holland, nr. 69, 1952).

Literatuur: Jvr. Dr. C.H. de Jonge, Oud Nederlandsche Majolica en Delftsch aardewerk 1947.

Deel dit object: