- Materiaal:
- Ivoor
- Herkomst:
- Duitsland, Dresden
- Datering:
- ca. 1711
- Afmetingen:
- Hoogte: 19,5 cm
- Meester:
- Toegeschreven aan Wilhelm Krüger (Danzig 1680 - Dresden 1756)
Prijs op aanvraag
Sinds mensenheugenis spreken bedelaarsfiguren, landlopers en vagebonden tot de verbeelding. Ze zijn vaak afgebeeld op tekeningen en op schilderijen. Ook de Salonfähige personen in de achttiende eeuw hadden zeker belangstelling voor dergelijke figuren. Ze komen onder andere voor in Meissen porselein.
Vele modelleurs van porseleinfabrieken waren ivoorsnijders of beeldhouwers die gespecialiseerd waren in het vervaardigen van kleine plastieken. Wilhelm Krüger was een van deze ivoorwerkers van wie bekend is dat hij bedelaarsfiguren heeft gemaakt. Ook aan het prachtlievende hof van Dresden had men een warme belangstelling voor dit materiaal en tevens voor dergelijke onderwerpen. Sinds 1711 was hij betrokken bij de Dresdener Kunstkammer. Deze bedelares, die overigens een goed gevulde buidel draagt en beslist minder aan de bedelstaf is geraakt dan zij doet voorkomen, is ontleend aan een tekening van Jacques Callot (1592-1635). Een opmerkelijk detail is de prachtig uitgevoerde originele sokkel waarop het beeldje is geplaatst. Krüger betrok de sokkels en omlijstingen van zijn sculpturen en reliëfs bij een vakman die zich op dit gebied had gespecialiseerd.
Ook in Nederland was er belangstelling voor dit soort beelden. Johan de Haan meldt in zijn gepubliceerde onderzoek naar het lakkabinet dat afkomstig is van het Stadhouderlijk Hof in Leeuwarden en sinds 1880 deel uitmaakt van de verzameling van het Rijksmuseum het volgende: ‘behalve dat er sprake is van stukken die met barnsteen zijn ingelegd, is er onder andere eene tafel waarop geplaatst is een gezelschap bedelaars, zeer konstog van yvoor gemaakt.’ Dit slaat op een dertien bedelaarsfiguren, in de stijl van Simon Troger (1683-1768) die thans ook deel uitmaken van het bestand van het Rijksmuseum. Deze zijn al vanaf 1817 in de collectie en zijn afkomstig van een privé collectie te Leeuwarden.
Voortschrijdend inzicht naar deze interessante materie heeft uitgewezen dat deze deels met perenhout versierde ivoren bedelaarsfiguren, hoewel eveneens van glazen oogjes voorzien, zeker niet van de hand van Simon Troger zijn maar van een van zijn navolgers, in dit geval de in Tirol werkzame Veit Graupensberg.