Ivoren groep met de voorstelling ‘Vlucht naar Egypte’

De voorstelling is ontleend aan het kerstverhaal uit het Nieuwe Testament, zoals beschreven in Mattheüs 2:13-23, waarbij Josef, Maria en het pasgeboren kindje Jezus naar Egypte vluchten nadat ze door een engel zijn gewaarschuwd over de aanstaande kindermoord in Bethlehem. De groep bestaat uit een rechthoekig voetstuk met een geprofileerde plint, belijmd met schildpad, staand op zes gedraaide ivoren pootjes. De heuvels zijn uitgevoerd in kurk en papier-maché. De voorstelling bestaat uit Maria met het Kind op een ezel, op de voorgrond Josef, links en rechts een engel en aan de zijkant een knielende jager. In het midden een palmboom met dertien originele bladeren. Het landschap is verfraaid met zes originele stukjes rood koraal, die eveneens als het ivoor en het schildpad uit dezelfde periode stammen.

Vanaf de zestiende tot de achttiende eeuw was Trapani, gelegen aan de noordwestkust van Sicilië, het centrum waar rood koraal, coralium rubrum, meegebracht door lokale vissers, werd verwerkt tot kunstvoorwerpen. Joodse families afkomstig van de Magreb vonden hun broodwinning in het bewerken van dit intrigerende materiaal. Van dit rode koraal werden sieraden gemaakt, maar ook werd het gemonteerd in verguld metalen lijsten van spiegels, wijwaterbakjes, crucifixen en andere, sterk uiteenlopende voorwerpen waarvan er vele hun weg vonden naar kunst- en curiositeitenverzamelaars.